Dag 18 - 1 augustus

1 augustus 2011 - Wallace, Idaho, Verenigde Staten

 

Dag 18 - 1 augustus

Na een douche (vreselijke douches! De ene douche produceerde een heel hoog geluid en de andere douche had zulke harde stralen dat mijn lichaam er pijn van deed) en een ontbijtje reden we richting van Wallace en Kellogg. Deze plaatsjes staan bekend om de vele mijnen die hier waren (en nog steeds zijn). Ondertussen zijn we nog even ergens gestopt om wat te eten. We wilden naar de Sierra Silver Mine, en we dachten dat die in Kellogg was. Toen we daar bijna waren, besloot Marja nog even in het boekje te kijken en wat bleek? Het was in Wallace, en daar waren we al voorbij. Gelukkig was het niet erg ver terug; 10 mijl. Dus hup, keren en terug. We vonden de ticketstore voor de Sierra Silver Mine. We keken daar op de klok en huh…? Het was opeens een uur eerder! We waren van Montana naar Idaho gereden en daar is het een uur vroeger. Wat vervelend, met die staten. Maar nu wel handig, want zo wonnen we een uur. Het vrouwtje dat er werkte was erg aardig en gaf ons de nodige informatie en de tickets. Een half uur later zou een trolley (soort busje) ons op komen halen op de hoek. Ik kocht nog een Finger Friend: een ring met een steen (tijgeroog) erop waar oogjes op geplakt waren haha (zie foto's). Snel nog even omkleden (het zou 10 graden zijn in de mijn) en daarna het busje in.

De bestuurster van het busje vertelde ons nog wat geschiedenis over Wallace. Het is een historisch stadje en zo mogen er bijvoorbeeld geen fastfoodrestaurants gevestigd worden! Na een kort ritje kwamen we aan bij de mijn. Daar stond Lenny, een oude mijnwerker en nu onze gids, al op ons te wachten. We moesten allemaal een helm op (sexy!) en daarna gingen we nog even op de foto voor de ingang van de mijn (wat eigenlijk de uitgang was). Lenny voerde ook nog even de eekhoorns (zie foto's); wat een schattige beestjes!!

Daarna de mijn in. Eerst was het niet zo koud, maar later heb ik toch wel mijn trui aan gedaan. Lenny vertelde van alles over de mijn, hij heeft daar heel lang gewerkt. Omdat hij zo klein is noemden zijn collega's hem vroeger 'Smurf'. Maar voor hem was dat erg handig, hij hoefde nooit te bukken in de mijn en stootte nooit zijn hoofd. We hebben enkele gereedschappen gezien die in de mijn gebruikt werden. Wat een lawaai maakte die dingen! Lenny heeft nu gehoorbeschadiging omdat hij heel lang met zulke drilboren enzovoort gewerkt heeft. Toen hadden ze nog geen, of nog geen goede geluidsdempers. Het was een leuke tour en Lenny was een erg leuke gids. Het was weer lekker om buiten te zijn, mijn benen en voeten waren helemaal koud! Normaal gesproken is het in zo'n mijn heel warm en vochtig, maar omdat we nu niet diep naar beneden zijn gegaan was het juist heel koud. We kregen nog stukken ruw koper, lood en zilver te zien. Mooi is dat, maar als ik dat zou vinden zou ik niet denken dat ik zilver gevonden had haha. Het was zo minuscuul en onopvallend.

Na de tour hebben we nog een rondje gelopen door Wallace. We hadden er eigenlijk meer van verwacht, het is een beetje verlaten. Waarschijnlijk zijn alle jongeren hier weggegaan en ergens anders gaan studeren en wonen. Dat zie je in Amerika heel vaak. Voorheen was altijd het hart van de stad het centrum. Daar waren de winkels, de kantoren en daar woonden de mensen. De mensen gingen steeds verder van het stadje wonen en dan werden daar hele grote winkelcentra gebouwd. De winkels verplaatsten dan van het centrum naar zo'n centrum, want daar is het te doen en lekker alles bij elkaar. Zo zijn er in de stadjes niet echt meer winkels; alleen een beetje toeristische winkeltjes en wat cafétjes en veel kantoren. Europa heeft hier zeker van geleerd; ze zagen hoe het eraan toe ging in Amerika. Het hart van de stad gaat dan verloren!

's Avonds waren we in de buurt van Coeur d'Alene, waar het pretpark Silverwood is. Eerst hebben we boodschappen gedaan bij Safeway. Pff, ik ga Nederland wel steeds meer waarderen nu ik hier ben. Sommige producten zijn hier in Amerika erg goedkoop, andere weer super duur. Kaas bijvoorbeeld. Of lekkere vleeswaren. Of chips! Bij ons koop je voor 70 cent al een zak chips, hier is dat bijna 4 dollar!

We zochten een camping in de buurt, zodat we de volgende dag vroeg naar het park konden gaan. De eerste camping was al vol. Oh jee. Gelukkig vonden we nog een minicamping. We hadden allemaal ontzettende honger dus we gingen snel koken. Na het eten hebben Jesse en ik nog met de campinghond gespeeld en daarna zijn we redelijk vroeg naar bed gegaan. Jeroen was helemaal kapot van het vele rijden. Jeroen heeft alleen zichzelf opgegeven als bestuurder, en Marja kan dus niet rijden, want dan moet je ingeschreven zijn. Volgende keer moeten we dat dus wel anders doen! In je eentje alles rijden is bijna niet te doen.

 

Foto’s